Wanneer twee mensen samenwonen in een door hen beiden gekochte woning is het zaak vooraf goede afspraken te maken over het betalen van de lasten. Doet men dit niet dan kan een relatiebreuk zorgen voor een vervelend onbedoeld vervolg.

Wanneer twee mensen zijn gehuwd en zij bezitten samen een woning dan zal die woning na echtscheiding in beginsel bij helfte verdeeld moeten worden.

Wanneer twee mensen op huwelijkse voorwaarden zijn gehuwd dan is in die voorwaarden geregeld hoe de woonlasten van de al dan niet gemeenschappelijke woning gedeeld moeten worden en hoe er na echtscheiding moet worden afgerekend.

Zo ook wanneer twee mensen samenwonen en in een samenlevingsovereenkomst afspraken hebben gemaakt over het betalen van de lasten en de wijze van verdeling van de woning voor het geval de relatie mocht eindigen.

Maar wat nu wanneer twee mensen samen een woning bezitten, niet gehuwd zijn en evenmin een samenlevingsovereenkomst hebben? Dan wordt het opletten!

De Hoge Raad heeft reeds op 21 april 2006 en later op 10 mei 2019 bepaald, dat de regels die gelden voor gehuwden niet kunnen worden toegepast voor informeel samenwonenden. Dat is zelfs ook niet zo wanneer de samenlevers samen een woning in eigendom hebben zo heeft de Hoge Raad op 17 november 2023 bepaald.

Dat betekent dat wanneer één van de samenwoners meer heeft bijgedragen in de hypotheeklasten het niet zo is dat diegene een hoger aandeel toekomt uit de woning. Hij of zij heeft in dat geval slechts recht op de helft van de eigen nominale (extra gedane) inleg. Ook wanneer de woning inmiddels meer waard is geworden. Bovendien is het zo, dat een vordering tot terugbetaling van het teveel ingelegde binnen vijf jaar na betaling moet worden ingesteld. Maar zelfs dan zijn er verschillende verweren mogelijk. Een stilzwijgende afspraak is immers ook een afspraak. Wanneer men onderling mondeling heeft afgesproken dat de een gelet op een hoger inkomen meer bijdraagt aan de woning dan de ander zou het onredelijk zijn om na een relatiebreuk terug te komen op die mondelinge afspraak. De rechtspraak kijkt in dat geval ook naar hoe partijen een en ander feitelijk hebben uitgevoerd.

Over deze discussie is het laatste woord overigens nog niet gezegd.

Wat wel duidelijk is, is dat mede door de uitspraak van de Hoge Raad van 17 november 2023 het nog belangrijker is geworden een en ander goed vast te leggen in de samenlevingsovereenkomst.