Vaak denkt men bij het einde van een relatie niet gelijk aan het beëindigen van het contractueel medehuurderschap. Als er dan ineens een betalingsherinnering wordt toegestuurd door de verhuurder, dan kan dat nog wel eens verbazing wekken. U woont immers niet meer in de woning. Toch kunt u aansprakelijk gehouden worden voor nakoming van de huurovereenkomst. In dit artikel leest u waarom uw aansprakelijkheid doorloopt en hoe u deze aansprakelijkheid kunt voorkomen.

Uitgangspunt

Bent u samen met uw ex-partner contractueel medehuurder? Dan bent u vaak hoofdelijk aansprakelijk voor het betalen van de huur. Dat betekent dat de verhuurder zowel u als uw ex-partner aansprakelijk kan stellen voor het betalen van de huur. De huurovereenkomst kan vaak niet zomaar eenzijdig door één van de medehuurders worden opgezegd of gewijzigd. Werkt de ex-partner of de verhuurder niet mee aan het beëindigen van de medehuur, dan blijft u in beginsel aansprakelijk voor de huurovereenkomst. Ook als u de huurwoning al heeft verlaten.

Wat zegt de wet?

Het Nederlandse recht kent twee soorten medehuur: de wettelijke medehuur en de contractuele medehuur. Wettelijke medehuur, het woord zegt het al, ontstaat op grond van de wet. Als u met iemand trouwt of een geregistreerd partnerschap aangaat én u woont samen in de huurwoning, dan word u op grond van de wet automatisch medehuurder. Wettelijke medehuur kan ook ontstaan door een gezamenlijk verzoek aan de verhuurder om medehuurder te worden en de rechter daartoe vervangende toestemming heeft verleend. Contractuele medehuur ontstaat daarentegen doordat u gezamenlijk een huurovereenkomst ondertekent.

Op grond van de wet kan de wettelijke medehuurder na het einde van de relatie aan de rechter vragen om de medehuur te beëindigen. De wet kent echter geen soortgelijke wetsbepaling voor de contractuele medehuurder. Staat de contractuele medehuurder dan met lege handen?

Wat kunt u doen?

De Hoge Raad heeft in december 2021 geoordeeld dat de wetsartikelen, die zien op de wettelijke medehuurder voor wat betreft het beëindigen van de medehuur, toegepast kunnen worden op de contractuele medehuurder. De Hoge Raad overwoog namelijk dat de contractuele medehuurder een vergelijkbare bescherming dient te krijgen als de wettelijke medehuurder. De contractuele medehuurder kan dus – net als wettelijke medehuurders – de rechter vragen om de medehuur te beëindigen.

Deze uitspraak heeft ingrijpende gevolgen voor de positie van de verhuurder. De uitspraak van de rechter waarin de beëindiging van het contractueel medehuurderschap is bepaald heeft namelijk ook werking jegens de verhuurder.