Stel je voor dat je buurman opeens een uitbouw aan zijn woning realiseert zonder daarvoor een vergunning te hebben. Deze uitbouw wordt vier meter hoog en blokkeert de zon die elke ochtend zo fijn in de tuin schijnt. Geen wenselijke situatie dus. Gelukkig hoef je op dat moment niet met lege handen achter te blijven.
Als de betreffende buurman een dergelijke uitbouw realiseert, dan kun je in beginsel de gemeente vragen om hier maatregelen tegen te treffen. Een dergelijke aanvraag wordt ook wel een handhavingsverzoek genoemd. Er wordt dan eigenlijk aan de gemeente gevraagd om handhavend op te treden tegen de overtreding die de buurman begaat.
Niet iedereen kan zomaar een handhavingsverzoek indienen. Het is van belang dat je een belanghebbende bent bij het handhavingsverzoek. Met andere woorden, je kunt dus niet zomaar een handhavingsverzoek indienen tegen een uitbouw die vier steden verder wordt gerealiseerd.
Het handhavingsverzoek is eigenlijk te zien als een aanvraag bij de gemeente om een besluit te nemen tot handhavend optreden. De gemeente kan in een besluit het handhavingsverzoek toewijzen, waarna een handhavingstraject tot stand komt. De gemeente kan het handhavingsverzoek ook afwijzen, waarbij zij dus eigenlijk aangeeft niet te zullen handhaven. Tegen beide besluiten staat in beginsel bezwaar en ook beroep open voor iedereen die belanghebbende is bij het betreffende besluit.
Wanneer de gemeente een overtreding constateert, met of zonder behulp van een handhavingsverzoek, moet zij in de regel van de bevoegdheid tot handhaving gebruik maken. Dit heet de beginselplicht tot handhaving. De gemeente kan alleen in sommige gevallen afzien van handhaving. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer een concreet zicht op legalisatie bestaat, dus wanneer de overtreding binnenkort legaal zal worden. Te denken valt bijvoorbeeld aan het bouwen van een bouwwerk waarvoor binnenkort een vergunning zal worden verleend.

mr. Kay Wartena
Als de gemeente besluit om over te gaan tot handhaving, dan heeft zij enkele mogelijkheden tot haar beschikking. Zij kan daarbij, kortgezegd, een herstelsanctie of een bestraffende sanctie opleggen. De herstelsancties bestaan uit een zogenaamde ‘last onder bestuursdwang’ en een ‘last onder dwangsom’.
Bij de last onder bestuursdwang krijg je een bepaalde termijn om de overtreding te beëindigen. Doe je dat niet, dan zorgt de gemeente voor beëindiging en betaal je daarvan de kosten. Bij de last onder dwangsom betaal je elke keer een dwangsom aan de gemeente als binnen een bepaalde periode de overtreding niet beëindigd is. De bestraffende sanctie bestaat bijvoorbeeld uit het opleggen van een bestuurlijke boete. Er dient dan een geldbedrag te worden betaald.
Mocht je vragen hebben over het indienen van een handhavingsverzoek, of mocht je worden geconfronteerd met een handhavingsverzoek tegen een handeling van jou zelf, dan kun je contact met ons opnemen via info@bouwmanadvocaten.nl. Wij helpen je graag verder!