Vervangende toestemming wanneer samenwerken moeilijk is

Stel je voor: je bent een ouder en moet samen met je ex-partner beslissen over de schoolkeuze van jullie kind. Maar in plaats van een gezamenlijke beslissing, ontstaan er alleen maar conflicten. Wat nu? Hier komt het begrip “vervangende toestemming” om de hoek kijken.

Ouderlijk gezag is het juridische recht en de plicht van ouders om te zorgen voor hun kinderen en belangrijke beslissingen over hun opvoeding en welzijn te nemen. Dit omvat alles van dagelijkse zorg, zoals voeding en onderwijs, tot belangrijke zaken zoals medische behandelingen en het kiezen van een woonplaats. In principe is voor deze zaken de toestemming van beide gezaghebbende ouders vereist. Als ouders het niet eens kunnen worden over deze beslissingen, kan dit leiden tot conflicten. In dergelijke gevallen biedt de wet mogelijkheden, zoals het aanvragen van vervangende toestemming bij de rechtbank.

Vervangende toestemming is een juridische mogelijkheid die uitkomst kan bieden als ouders het niet eens kunnen worden over belangrijke beslissingen die hun kind aangaan. In situaties waar de vereiste toestemming van de andere ouder ontbreekt, kan de rechter vervangende toestemming verlenen aan één van de ouders. Dit betekent dat die ouder de uiteindelijke beslissing mag nemen, zelfs als de andere ouder het daar niet mee eens is. De uitspraak en toestemming van de rechter komt dan als het waren in de plaats van de toestemming van de andere ouder.

Vervangende toestemming kan worden gedaan op verzoek van een van de gezaghebbende ouders. De ouder die een dergelijk verzoek wenst te doen, dient hiervoor een advocaat in te schakelen. De rechter beoordeelt de situatie en bekijkt of er toestemming gegeven moet worden aan de ouder om de beslissing te kunnen nemen.

mr. Celine ten Böhmer

Voorbeelden van gevallen waarin om vervangende toestemming kan worden verzocht is wanneer ouders het niet eens kunnen worden over de inschrijving op een basisschool of middelbare school, het starten van bepaalde medische behandelingen of wanneer geen toestemming wordt gegeven voor een vakantie in het buitenland.

Stel jouw familierechtelijke vraag via info@bouwmanadvocaten.nl!

2025-03-23T09:14:49+00:0024 februari 2025|

Hoofdverblijfplaats kinderen: eigenwijze gemeente         

Indien ouders uit elkaar gaan dan zijn zij verplicht afspraken te maken over hun kinderen. Die afspraken dienen te worden vastgelegd in een ouderschapsplan. Eén van de te maken afspraken betreft de vraag waar de kinderen gaan wonen ofwel hun “hoofdverblijfplaats” gaan hebben. Komen ouders hier samen niet uit, dan zal de rechter moeten bepalen waar de kinderen hun hoofdverblijfplaats zullen hebben en waar de kinderen moeten worden ingeschreven.

Tegenwoordig wordt er steeds vaker een co-ouderschap afgesproken. Dat wil zeggen dat de kinderen ongeveer evenveel tijd bij beide ouders zullen doorbrengen. Fijn voor de kinderen en fijn voor de ouders.

We merken echter dat dit bij gemeenten wel voor problemen zorgt. Waar vroeger het begrip “hoofdverblijfplaats” gelijk stond aan het adres waar een kind wordt ingeschreven is dat thans niet meer zo. Het komt voor, dat er lang wordt geprocedeerd, met zelfs een hoger beroep, om een rechter te laten beslissen waar een kind het hoofdverblijf moet hebben. Wanneer een rechter dan uiteindelijk heeft besloten waar het kind gaat wonen (het hoofdverblijf heeft) wil de gemeente nog wel eens weigeren om het kind op dat betreffende adres in te schrijven. Dat is met name het geval wanneer er sprake is van een co-ouderschap en het betreffende kind min of mee even veel tijd bij beide ouders doorbrengt en er dus feitelijk geen sprake is van een hoofdverblijf.

De gemeente volgt de criteria in de Basisregistratie Personen (BRP) en die Wet zegt dat het inschrijfadres het adres is waar iemand de meeste tijd doorbrengt. Als dat dus op twee adressen is kan iemand niet op twee adressen worden ingeschreven en laat men het vaak maar zoals het is. Zelfs wanneer een rechter dus het hoofdverblijf van een kind heeft gewijzigd. Lekker eigenwijs dus, althans zo wordt dat vaak ervaren.

Het inschrijfadres van een kind heeft gevolgen voor bijvoorbeeld de kinderbijslag of toeslagen. De vraag doet zich dan voor waarom een rechter nog zou moeten beslissen over het hoofdverblijf van een kind wanneer een gemeente bij een co-ouderschap met de uitkomst van zo een procedure toch niets doet.

Mr. Cees de Wit

Onlangs sprak ik hierover met mevrouw mr. Lieke Coenraad, advocaat-generaal bij de Hoge Raad. Zij onderkende dit probleem en ook de onwenselijkheid hiervan. Op landelijk niveau is de rechtspraak hierover in gesprek met enkele grote gemeenten.

Een gedeeltelijke oplossing is, om in het ouderschapsplan niet alleen op te nemen waar een kind het hoofdverblijf heeft, maar ook waar het kind wordt  ingeschreven. Aan een rechter kan dit laatste eigenlijk niet worden gevraagd nu dit de bevoegdheid is van de ambtenaar van de burgerlijke stand die de inschrijving moet toetsen aan de BRP. Wel kan de andere ouder via een rechter worden gedwongen mee te werken aan die inschrijving.

Familierechtelijk advies nodig? Neem contact op via info@bouwmanadvocaten.nl!

 

2025-03-20T10:12:56+00:0010 januari 2025|

Alimentatie indexering per 1 januari 2025: 6,5%

Jaarlijks wordt de verschuldigde kinder- en partneralimentatie verhoogd. Dit is een uit de wet voortvloeiende verhoging die per 1 januari van ieder nieuw jaar wordt ingevoerd. In de Staatscourant is gepubliceerd, dat per 1 januari 2025 de verschuldigde alimentatie wordt geïndexeerd met – maar liefst – 6,5%. Deze verhoging geldt zowel in de gevallen waarin een beschikking is verkregen in het verleden dan wel voor de gevallen waarin in onderling overleg een (kinder)alimentatiebedrag werd afgesproken.

Zelfs in de gevallen waarin er niets is vastgelegd over de jaarlijkse indexering is deze verhoging in beginsel aan de orde, omdat dit nu eenmaal uit de wet voortvloeit. Dat is alleen anders wanneer de wettelijk indexering in onderling overleg of door de rechter expliciet is uitgesloten.
De alimentatieplichtige dient er zelf alert op te zijn dat hij/zij de verhoging meeneemt in het nieuw over te maken bedrag. Als alimentatiegerechtigde doet u er verstandig aan om de alimentatieplichtige te verwittigen aangaande de verhoging per 1 januari 2025.

Wanneer u als alimentatiegerechtigde ontdekt dat de alimentatieplichtige de afgelopen jaren de indexering onverhoopt niet heeft doorgevoerd kunt u de verhoging achteraf – met terugwerkende kracht – alsnog opeisen. Voor de gevallen waarin de alimentatieplichtige achterloopt met de betalingen – inclusief de gemiste indexering – kunt u tot zes maanden het LBIO inschakelen.

Mr. Milou van Asseldonk

Via één van de familierechtadvocaten van Bouwman Advocaten kunt u de ex-partner ook aanschrijven. In sommige gevallen is het nodig om een herberekening te maken, om te bezien of het alimentatiebedrag überhaupt nog actueel is. Veelvuldig worden er herberekeningen uitgevoerd door de familierechtadvocaten van Bouwman Advocaten en dan kan in dat kader ook de achterstallige alimentatie worden meegenomen in het geheel.
Het is sowieso goed om zo nu en dan te bezien of de alimentatie nog wel voldoet aan de zogeheten wettelijke maatstaven.Er kan immers bij de betaler of ontvanger een en ander zijn gewijzigd qua inkomen en leefsituatie.

Vragen over kinder- of partneralimentatie? Neem contact met ons op via info@bouwmanadvocaten.nl.

2025-03-13T11:11:25+00:0028 oktober 2024|

Koopwoning zonder samenlevingsovereenkomst; risicovol

Indien twee mensen samenwonen in een door hen beiden gekochte woning is het zaak vooraf goede afspraken te maken over het betalen van de lasten. Doet men dit niet dan kan een relatiebreuk zorgen voor een vervelend onbedoeld vervolg.

Wanneer twee mensen op huwelijkse voorwaarden zijn gehuwd dan is in die voorwaarden geregeld hoe de woonlasten van de al dan niet gemeenschappelijke woning gedeeld moeten worden en hoe er na echtscheiding moet worden afgerekend.

Zo ook wanneer twee mensen samenwonen en in een samenlevingsovereenkomst afspraken hebben gemaakt over het betalen van de lasten en de wijze van verdeling van de woning voor het geval de relatie mocht eindigen.

Maar wat nu wanneer twee mensen samen een woning bezitten, niet gehuwd zijn en evenmin een samenlevingsovereenkomst hebben? Dan wordt het opletten!

De Hoge Raad heeft reeds op 21 april 2006 en later op 10 mei 2019 bepaald, dat de regels die gelden voor gehuwden niet kunnen worden toegepast voor informeel samenwonenden. Dat is zelfs ook niet zo wanneer de samenlevers samen een woning in eigendom hebben zo heeft de Hoge Raad op 17 november 2023 bepaald.

Dat betekent dat wanneer één van de samenwoners meer heeft bijgedragen in de hypotheeklasten het niet zo is dat diegene een hoger aandeel toekomt uit de woning. Hij of zij heeft in dat geval slechts recht op de helft van de eigen nominale (extra gedane) inleg. Ook wanneer de woning inmiddels meer waard is geworden. Bovendien is het zo, dat een vordering tot terugbetaling van het teveel ingelegde binnen vijf jaar na betaling moet worden ingesteld. Maar zelfs dan zijn er verschillende verweren mogelijk. Een stilzwijgende afspraak is immers ook een afspraak. Wanneer men onderling mondeling heeft afgesproken dat de een gelet op een hoger inkomen meer bijdraagt aan de woning dan de ander zou het onredelijk zijn om na een relatiebreuk terug te komen op die mondelinge afspraak. De rechtspraak kijkt in dat geval ook naar hoe partijen een en ander feitelijk hebben uitgevoerd.

Over deze discussie is het laatste woord overigens nog niet gezegd.

Wat wel duidelijk is, is dat mede door de uitspraak van de Hoge Raad van 17 november 2023 het nog belangrijker is geworden een en ander goed vast te leggen in de samenlevingsovereenkomst.

 

 

2025-03-13T11:18:27+00:0002 mei 2024|

Wordt een dubbele achternaam het nieuwe normaal?

Met de inwerkingtreding van de Wet Introductie Gecombineerde Geslachtsnaam per 1 januari 2024 is het voortaan mogelijk om uw kind een dubbele achternaam te geven. Onder bepaalde voorwaarden is dit ook mogelijk voor kinderen die vóór 1 januari 2024 geboren zijn.

Voor ieder kind dat geboren is op óf na 1 januari 2024 geldt dat het de achternaam van beide ouders kan (gaan) dragen. In juridisch jargon wordt er gesproken van een ‘geslachtsnaam’, maar in dit artikel wordt het begrip ‘achternaam’ aangehouden. Ieder kind dat geboren wordt krijgt een voor- en een achternaam. Een kind en diens ouders (en bloedverwanten) staan in een zogeheten ‘familierechtelijke betrekking’ met elkaar. Daarmee wordt een juridische band genoemd en menigeen denkt dan direct aan de juridische band in de zin van de stamboom in de mannelijke lijn, waarmee een link wordt gelegd naar het ‘namenrecht’. Lange tijd – sinds de invoering van de Burgerlijke Stand in Nederland in het jaar 1811 – was het alleen mogelijk om een kind de achternaam van de vader te geven. In het jaar 1998 is de wet gewijzigd waardoor het tevens tot de mogelijkheid behoorde om een kind de achternaam van de moeder te geven. Vanaf toen tot 1 januari 2024 was het dus zo dat een kind dus óf de achternaam van de vader kreeg óf van de moeder (of in geval van paren van gelijk geslacht, de achternaam van één van beide juridische ouders).

Anno 2024 is er derhalve keuzevrijheid. We nemen een voorbeeld. Vader Aarts en moeder Bouwman zijn op 2 januari 2024 ouders geworden van Celine. Anno 2024 kan er gekozen worden voor de volgende (combinatie van) achterna(a)m(en):

  • Aarts;
  • Bouwman;
  • Aarts Bouwman;
  • Bouwman Aarts.

U ziet het, een koppelstreepje wordt niet geplaatst in geval van een dubbele achternaam.

Voor personen die op dit moment al een dubbele achternaam hebben, zoals ‘Cabau van Kasbergen’ geldt dat deze naam alsdan – per 1 januari 2024 – als een enkelvoudige achternaam moet worden gezien. Bewust wordt dit ‘bekende’ voorbeeld benoemd, om daarmee te duiden dat in bepaalde landen – waaronder begrepen Spanje – een dubbele achternaam al tot de mogelijkheden behoorde. Sterker nog, ingevolge Spaanse wetgeving krijgen kinderen daar automatisch twee namen en valt er dus maar weinig te kiezen, maar dat terzijde. Vanuit de Nederlandse samenleving was er kennelijk een toenemende vraag naar, om welke reden de wetgever hierin tegemoet is gekomen.

Wanneer dochter Celine in opgemeld voorbeeld de achternaam ‘Aarts Bouwman’ krijgt en zij – op haar beurt – een kind zou krijgen met een partner die ook een dubbele achternaam heeft, dan geldt dat zij en haar partner ieder één achternaam aan hun beider kind kunnen geven. Dan geldt dus een maximum van twee achternamen.

Weliswaar krijgen ouders van kinderen die nu geboren worden een zekere keuzevrijheid; de wetgever heeft tevens nagedacht over een overgangsregeling voor ouders die (anders) net ‘achter het net zouden vissen’. Kinderen geboren vóór 1 januari 2024 kunnen derhalve onder bepaalde condities met terugwerkende kracht eveneens een dubbele achternaam krijgen.

  • Het oudste kind van de ouders in kwestie moet dan op of na 1 januari 2016 zijn geboren;
  • Broertjes en/of zusjes van dezelfde ouders dienen dezelfde achternaam(combinatie) te krijgen;
  • De aanvraag dient te zijn gedaan voor 1 januari 2025.

Wat blijft is, dat beide gezaghebbende ouders het eens moeten zijn over de keuze van de achternaam. Indien dat het geval is kunnen de ouders hiervoor tezamen terecht bij hun gemeente. Indien ouders die samen het gezag uitoefenen het niet eens zijn met elkaar over de keuze van de achternaam(combinatie) kan dit worden voorgelegd aan de kinderrechter. Indien u onder de overgangsregeling valt moet derhalve niet te lang gewacht worden, wanneer de andere ouder andere wensen heeft in deze.

2025-03-13T11:39:22+00:0016 januari 2024|
Go to Top